Verzekeraars hebben de sleutel in handen voor betere regeling van letselschade!
Onlangs viel bij Ridder Letselschade weer de uitnodiging op de virtuele mat voor de tweejaarlijkse audit in het kader van de inschrijving in het Register Letselschade van de Letselschaderaad. Voorheen ging dit initiatief uit van de Stichting Keurmerk Letselschade, maar die is opgegaan in het Register Letselschade. Op zich een goede ontwikkeling, bundeling van krachten tot één overkoepelend register, daar zal de duidelijkheid in letselschadeland wel bij varen (hoop ik).
Beunhazen in de letselschadebranche
Ridder Letselschade is al sinds de invoering van het keurmerk betrokken bij de ontwikkelingen en heeft meegewerkt aan de pilot namens de belangenbehartigers. Wij ontvingen het keurmerk dan ook al in 2008, volgend jaar zijn we 10 jaar keurmerkhouder/ingeschrevene in het register. Een feestje waard? Nee, eigenlijk niet, want ik ben kritisch op de ontwikkelingen en signaleer een tendens die mij langzaam afdrijft van het circus van self assessments, audits en inschrijvingen. Waarom? Omdat ik tot mijn spijt moet vaststellen dat er in die bijna 10 jaar weinig tot niets is en wordt gedaan aan de zogenaamde beunhazen in letselschadeland. Dat zijn personen die volgens de Letselschaderaad (Projectgroep Integrale Aanpak Kwalijke Praktijken) als volgt kunnen worden omschreven:
- beunhazerij[activiteiten letselschadebehandelaar werkzaam zonder relevante kennis, ervaring noch opleiding en zonder (ambitie tot) aansluiting bij koepelorganisatie]
Werkwijze Ridder Letselschade is door keurmerk niet veranderd
De invoering van het keurmerk heeft voor Ridder Letselschade niet een wezenlijk andere werkwijze betekend. Wij declareerden al niet dubbel, hadden een prima aansprakelijkheidsverzekering, waren bezig met opleidingen en stuurden onze cliënten al een overzicht van alle declaraties aan het einde van de rit. Slechts op de randvoorwaarden is bijgestuurd, waarbij u moet denken aan het vastleggen van beleid en het invoeren van protocollen.
Geen voorkeursbehandeling voor ingeschrevenen in het Register Letselschade
Noem het naïef, maar ik had gedacht dat verzekeraars ons anders zouden gaan bejegenen na het verkrijgen van het goedkeurende stempel. Helaas, ik merk nog steeds geen enkel verschil in de houding van verzekeraars tussen de situatie voor en na invoering van het keurmerk. Ik zie aan de andere kant in de dossiers die wij van beunhazen overnemen, ook geen aanknopingspunten dat zij anders worden behandeld door verzekeraars. Zou dat niet op z’n plaats zijn? Ik denk het wel. Ik denk namelijk dat verzekeraars daarmee de sleutel tot een verbetering van het regelingsklimaat en de kwaliteit in de letselschadebranche in handen hebben. Hoe dan? Door bijvoorbeeld nu eens echt in alle brochures die men aan de betrokkene stuurt, uit te leggen dat er een register is en dat wordt geadviseerd alleen met een ingeschreven kantoor in zee te gaan. Door een dergelijke brief alleen te sturen naar slachtoffers zonder belangenbehartiger of cliënten van een niet-ingeschreven kantoor. Door erop te vertrouwen dat het gecertificeerde kantoor alle vereiste stappen zet die nodig zijn, zoals het informeren van de cliënt over de declaraties die zijn ingediend. Ja, daar zijn ze dan toch, de declaraties, de BGK, het slijk der aarde, de vuller der vullers van de letselschadeboekenkasten en de nagel aan de doodskist van verzekeraars.
Hoe zit het dan met de kosten buiten rechte?
Mogen verzekeraars weigeren de gedeclareerde kosten van een beunhaas te vergoeden? Nee, ook die declaraties moeten langs de meetlat van de dubbele redelijkheidstoets worden gelegd, het Burgerlijk Wetboek is daarbij immers de maatstaf. Ik zou mij wel kunnen voorstellen dat er een (veel) lager uurtarief wordt vergoed, omdat de beunhazen niet hoeven te worden gehinderd door een permanente educatie, een opleidingsplan, een verplichte – dure – aansprakelijkheidsverzekering, audits, self assessments, etc.
Beunhazerij: een voorbeeld.
Hebben verzekeraars baat bij zo’n houding ten opzichte van beunhazen en ingeschrevenen? Voor de bühne vast wel, met een knipoog naar het Keurmerk Klantgericht Verzekeren. Maar in de praktijk merk ik toch iets anders. Een voorbeeld. Een beunhaas haalt zoveel mogelijk dossiers binnen. Die behandelt hij marginaal, doet alleen het hoognodige want hij heeft geen tijd en dus moeten zijn cliënten het leeuwendeel voor hun rekening nemen, zoals – en vooral – het maken van een schadestaat. Aangezien die beunhaas teveel dossiers in behandeling heeft, stuurt hij de schadeoverzichten één op één door en als er dan een tegenbod komt van de verzekeraar, adviseert hij zijn cliënt direct daarmee akkoord te gaan, onder de dreiging dat als men dat niet doet, het voorstel van tafel is. Percentage ‘no cure no pay’ eroverheen, nota indienen, volgende slachtoffer.
De verzekeraar regelt de zaak dan dus eigenlijk met het slachtoffer zelf, maar dat slachtoffer wordt wel op zijn schade gekort door toepassing van een vaak onterechte fee. De verzekeraar is snel klaar met het dossier (punten gescoord voor het KKV) en het kost niet veel. Geen langdurige strijd, geen hoge BGK (de beunhaas hoeft dat ook niet te doen, want hij ontvangt toch immers dubbel), iedereen blij. Ja, ook het slachtoffer is blij, net zo blij als wanneer hij het allemaal zelf heeft geregeld. We weten immers uit ‘betrouwbaar’ onderzoek van de verzekeraars zelf dat slachtoffers zonder belangenbehartiger veel blijer zijn na afloop dan degenen met een vermaledijde advocaat of jurist. Blij is een relatief begrip, omdat men niet weet wat er nog meer mogelijk wat geweest. Maar dit terzijde.
Verzekeraars, pak het voortouw!
Kortom, het werken met belangenbehartigers die in het Register Letselschade zijn ingeschreven kost de verzekeraars waarschijnlijk meer geld dan het werken met beunhazen en aangezien de aandeelhouders het uiteindelijk voor het zeggen hebben, varen de beunhazen er wel bij. Vandaar ook de houding van verzekeraars, die stellen ‘er niets aan te kunnen doen dat er nog zoveel beunhazen rondlopen’? Geld is zeker niet onbelangrijk in deze discussie, maar de kwaliteit van de letselschaderegeling staat voorop en is hier in het geding. Daarom een uitnodiging aan een ieder om er nou eens echt werk van te gaan maken en de beunhazen aan te pakken door ingeschrevenen anders te behandelen. Dan wordt het voor beunhazen noodzaak maar ook aantrekkelijk om toe te treden tot het register en zich open te stellen voor toetsing door een onafhankelijke instantie. Dat komt de slachtoffers ten goede, dat is in de eerste plaats het doel van deze hele exercitie. Bovendien weten de ingeschrevenen dan ook waarom zij zoveel geld moeten betalen om te mogen worden geaudit teneinde hun inschrijving niet te zien worden doorgehaald. Pas dan krijgt een inschrijving voor mij echt een toegevoegde waarde!
Zeewolde, 8 september 2017
Tjip Ridder
Directeur Ridder Letselschade
De laatste blogs
Veiligheid op de werkvloer niet gegarandeerd
Veiligheid is niet altijd gegarandeerd op de werkvloer Bent u slachtoffer geweest van een ongeval tijdens de uitoefening van uw werkzaamheden? Dan spreken we over een bedrijfs- of arbeidsongeval. Onlangs werd bekend dat in Nederland jaarlijks zo’n 200.00 arbeidsongevallen plaatsvinden waarvan 2.300 ernstig zijn, aldus het RIVM. In 2023 verloren 69 mensen hun leven door […]
Tjip Ridder
Wintertijd en letselschade: ongelukkige combinatie!
Het is je ongetwijfeld niet ontgaan dat afgelopen weekend de wintertijd is ingegaan. ’s Morgens is het dan wel minder lang donker, maar in de namiddag valt de schemering toch wat eerder. Waar de een hier maar enkele dagen aan hoeft te wennen, is een ander juist voor een langere periode ontregeld. Niet alleen […]
Tjip Ridder
Van hondenbeet tot letselschade, hoe zit dat?
Een hond is een mens zijn beste vriend, maar zelfs de trouwste viervoeter kan onvoorspelbaar reageren. Jaarlijks worden er in Nederland zo’n 150.000 mensen door een hond gebeten. In de gemeenten Epe, Apeldoorn, Kampen en Ermelo is het aantal meldingen van bijtincidenten met honden toegenomen (Boer, 2024). Wat zijn de oorzaken van deze toename, en […]